Van Deursen

 

  1. WIE staat er op de foto?

 Op de foto staan mijn vader Ed van Deursen en ikzelf. De foto is gemaakt winter 1950-1951.

  1. WAAROM juist deze foto?
    Deze foto zou nooit gemaakt zijn als de Japanners niet hadden gecapituleerd en mijn vader niet bevrijd was uit het krijgsgevangenkamp in Birma.

 

Mijn vader, met Brabantse en Javaanse voorouders, is geboren en getogen in Nederlands-Indië. Voor zijn studie aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) is hij 3 jaar in Breda in Nederland geweest.

Als KNIL-officier was mijn vader aanvankelijk vliegenier, later topograaf en hoofd van de Topografische Dienst in Batavia. Eigenlijk geen gevechtseenheid; met zijn dienst vervulde hij veel civiele taken. Zo heeft hij ‘witte vlekken’ op Borneo in kaart gebracht. En werkte hij mee aan het tot stand komen van de Atlas van Tropisch Nederland. Op tournee gaan noemde hij dat, vaak onder best primitieve omstandigheden leven en werken.

In 1938 volgde hij een opleiding bij Zeiss in Jena (Duitsland) en kocht daar voor het KNIL landmeetkundige instrumenten in.

Toen het lesgeven in Breda door de Duitse bezetting onmogelijk werd, verplaatste de KMA de officiersopleiding tijdelijk naar Bandung in Nederlands-Indië (oktober 1940 – maart 1942). Mijn vader werd kwartiermaker voor en docent bij die opleiding. Hij logeerde met mijn moeder bij mijn oma in Bandung toen hij in het voorjaar van 1942 krijgsgevangen genomen werd.

Hij werd getransporteerd naar Birma en heeft als zo velen aan de spoorlijn daar gewerkt. Door zijn jeugd en werk in de tropen wist hij hoe onder primitieve omstandigheden te overleven in de jungle.

Mijn moeder is tijdens de oorlog als buitenkamper in Bandung gebleven, werkte als verpleegster voor het Rode Kruis en als kosteres van de Petrus Kerk. Zij woonde met mijn oma in de pastorie nadat het huis van mijn oma in beslag werd genomen.

15 Augustus 1945 capituleerden de Japanners, maar mijn vader is pas maanden later teruggekomen in Indië. Zijn kamp in Birma werd bevrijd door de Engelsen en toen hij sterk vermagerd met ingevallen wangen in een Engels uniform in Indië terugkeerde, werd hij aangezien voor een Gurkha. Gurkha’s waren Nepalezen die in het Britse leger dienden.

Hij werd weer gestationeerd in Batavia. Het was Bersiaptijd.

Oma verhuisde mee naar Batavia. Eind 1947 werd mijn oudste zus geboren. Ikzelf 4 augustus 1949, nèt voor de soevereiniteitsoverdracht aan het nieuwe bewind in Indonesië.

Juli 1950 werd het KNIL opgeheven en werd mijn vader gepensioneerd. De BPM bood mijn vader werk in Perzië aan, maar omdat mijn ouders voor mijn oma zorgden en oma niet naar Perzië wilde, besloten mijn ouders voor mijn zusje en mij naar Nederland te gaan. Een sprong in het diepe.

En daar zijn we dan, op de foto, mijn vader en ik in mijn eerste winter in Nederland.

In kleren van het Rampenfonds waar we overigens gewoon voor moesten betalen. 

Pappa moest zelf bewijzen en geboorteakten aanleveren om aan te tonen dat hij van Nederlandse afkomst was, voordat hij een Nederlands paspoort kreeg.

 

 Pappa had maar een klein pensioen. Gelukkig vond hij werk als boekhouder en later toch weer als Technisch hoofdambtenaar bij de Genie.

Door zijn doorzettingsvermogen en dat van mijn moeder heb ik een goed leven hier in Nederland.

Anne-marie van Deursen