Het initiatief

15 AUGUSTUS 1945: HET EINDE VAN DE TWEEDE WERELDOORLOG

Elk jaar wordt in Rotterdam de datum 15 augustus 1945 herdacht. Wat is de betekenis van die dag? Hoe is het initiatief tot de jaarlijkse herdenking tot stand gekomen? Wat is het doel van de herdenking? Wat is de motivatie voor een dergelijke herdenking? Wat is de rol van de Nederlandse vlag? Regelmatig worden die vragen ons als Stichting Herdenking 15 augustus 1945, Regio Rotterdam, gesteld. Dit artikel geeft antwoord op die vragen.

Wat is de betekenis van die dag? In Nederland eindigde de Tweede Oorlog op 5 mei 1945. Voor de (Indische) Nederlanders in Nederlands-Indië,  onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden, eindigde deze zwarte periode eerst op 15 augustus 1945, toen Japan capituleerde. Tijdens de Japanse bezetting zijn zo’n 25.000 Nederlanders en Indische Nederlanders om het leven gekomen: 16.800 burgergeïnterneerden en 8.200 krijgsgevangen militairen.

MiekeHoe is het initiatief tot de jaarlijkse herdenking tot stand gekomen? Mieke Huijsman-Engelberts (geboren op 18 november 1934 in Soerabaja) nam in 2010 het initiatief tot het organiseren van een herdenking voor de regio Rotterdam. In 2010, als de Grand Départ van de Tour de France in Rotterdam plaatsvindt en de Vlaggenparade op de Boompjes wordt gesierd met de beeltenissen van de tourrenners, krijgt ze een idee. Hoewel 15 augustus al sinds 1999 als officiële herdenkingsdag is opgenomen in de nationale Vlaginstructie is er in Rotterdam nog geen speciale herdenking georganiseerd. Op de Boompjes wordt weliswaar al langer een jaarlijkse herdenking voor 5 mei 1945 gevierd, maar die andere datum heeft nog meer betekenis voor de Indische Nederlanders. Mieke en haar man Husson slagen er in binnen twee maanden in om een herdenking op te zetten met de medewerking van burgemeester Ing. Ahmed Aboutaleb, van de Stichting Vlaggenparade en van de Stichting Gastdocenten WO II. Op 15 augustus 2010, 65 na de capitulatie van Japan, wordt onder grote belangstelling, oom van de pers, de eerste herdenking gehouden. Op 16 januari 2013 is de Stichting Herdenking 15 augustus 1945, Regio Rotterdam, opgericht om de werkzaamheden en de missie van mevrouw Huijsman-Engelberts voort te zetten.

Wat is het doel van de herdenking? Tijdens de herdenkingsplechtigheid wordt aandacht besteed aan de Indische Nederlanders, die tijdens de Japanse bezetting en direct daarna het leven lieten en aan allen, die deze periode hebben overleefd. Zij moesten hun Indië verlaten en in Nederland een nieuw bestaan zien op te bouwen. Met de herdenking wordt een bijdrage geleverd aan het streven van de Indische gemeenschap naar erkenning en worden allen geëerd die in Nederlands-Indië hun aandeel hebben geleverd aan de vrijheid van het Koninkrijk der Nederlanden.

Wat is de motivatie voor een dergelijke herdenking? Mieke Engelberts heeft met haar moeder, haar jongere zus en broertje ruim drie jaar in Japanse gevangenschap moeten doorbrengen. Eerst werden zij in februari 1942 met drie andere gezinnen door de Bataafse Petroleum Maatschappij (BPM) geëvacueerd naar Sarangang, waar ze onderdak vonden in het landhuis ‘Carpe Diem’. Nadat de andere families al elders waren ondergebracht, ging het gezin Engelberts begin 1943 naar een nicht in Soerabaja, waarna ze zich moesten melden in kamp ‘De Wijk’. Daar moesten alle persoonlijke bezittingen worden ingeleverd. Daaronder ook de Nederlandse vlaggen, die overigens veelal zorgvuldig met gevaar voor eigen leven werden verborgen gehouden. Het  Japanse regime trad wreed en onberekenbaar op: diep buigen voor de Japanners, urenlange appèls in de brandende zon, weinig eten, tekort aan medicijnen, geen bewegingsvrijheid, afranselingen en erger maakten het heel moeilijk om te overleven. Mieke’s moeder heeft het daardoor helaas niet gered. Zelfs na die gedenkwaardige datum van 15 augustus 1945 was men nog niet vrij: tijdens de Bersiap tijd, waarin de Indonesiërs streden voor hun onafhankelijkheid zijn vele onschuldige vrouwen en kinderen op brute wijze vermoord.

Eenmaal terug in Nederland (1946) stelde zij vast dat er weinig aandacht was voor de ervaringen en de trauma’s van teruggekeerde Indische Nederlanders. Mieke zag en ziet het als haar persoonlijke missie om meer bekendheid en erkenning te krijgen voor de lotgevallen van de Indische Nederlanders tijdens WO II en de Bersiap tijd en voor dit deel van de Nederlandse geschiedenis in Nederlands-Indië, die uit het collectieve geheugen lijkt te zijn verdwenen.  Daarom vertelt zij al jaren haar ‘Verhaal’ in gastlessen voor de Stichting Gastdocenten WO II op scholen voor leerlingen van basisscholen (groepen 7 en 8) en van het voortgezet onderwijs. Anderhalf uur lang luisteren de kinderen aandachtig en haast ademloos als Mieke vertelt over de 50 cm brede slaapruimte, de appèls, de honger, de kandji-pap, en de wijze waarop ze deze tijd heeft overleefd. De moeders hebben daarbij een cruciale rol gespeeld: zij verdienen volgens mevrouw Huijsman een standbeeld. Dat gevoel wordt het best overgebracht in het volgende gedicht:

MOEDER

Heb ik diep genoeg gebogen,
zodat jij geen klappen kreeg,
is het daarom lieve mamma
dat je al die jaren zweeg?

Heb je in die tijd gekeken
door de ogen van je kind
en gehoord met kinderoren
de spanning voor ’t appèl begint?

Weet je eigenlijk wel mammie
wat mijn ziel is aangedaan?
door die schreeuwende jappen
in dat kamp hier ver vandaan!

Peter

Het GeheimWat is de rol van de Nederlandse vlag? Tijdens de bezetting hanteerde Japan het motto ’Azië voor de Aziaten’. Daarom werden alle verwijzingen naar niet-Aziaten uit het straatbeeld geweerd: Indische Nederlanders werden met een ‘pendafteran’ geregistreerd (tegen betaling van 60 tot 80 gulden afhankelijk van het district) en vervolgens in kampen ondergebracht. Nederlandse straatnamen en aanduiding borden werden verwijderd of onbruikbaar gemaakt. De Nederlandse vlag werd ten strengste verboden. De (Indische) Nederlanders verborgen de Nederlandse vlag echter veelal met gevaar voor eigen leven en dat van anderen zorgvuldig. Het was hét symbool van loyaliteit aan het Koningshuis en tevens hét symbool van vrijheid, waaruit men de kracht putte de oorlog te doorstaan en de hoop hield op een betere, vrije wereld. Deze speciale betekenis van de Nederlandse vlag wordt treffend beschreven door de schrijver Willem Brandt in zijn boekje ‘Het Geheim‘ (1960, N.V. uitgeverij W. van Hoeve, Den Haag) met tekeningen van Eppo Doeve:

“…. En allen wisten  wij: ‘Ik heb een land. En ik ben een mens.’ De vlag bewoog nauwelijks in de regen. Zij hing aan een  bamboe-uitsteeksel, gekreukeld. Ook zaten er vlekken in. Maar het was de mooiste, de heerlijkste vlag van de wereld. Rood, wit, blauw. Ik kan niet geloven dat ooit een Nederlandse vlag zo stralend en trots aan een mast heeft gerimpeld als onze vlag, daar op het dak van die oude loods, onder een pikzwarte regenlucht, met daaronder alleen maar modder, en in die modder schimmen van menselijke wezens, die opeens ontdekten, dat zij weer een naam hadden en ergens werden verwacht.

De jaren zijn voorbij gegaan. Als ik een Nederlandse vlag zie, vooral een vlag in de regen, onder een soms donkere hemel, zeg ik: vaderland. Maar mijn ziel fluistert: leven. En mijn hart roept, zoals toen, ja, dat roept mijn hart bij die vlag van Nederland: vrijheid, vrijheid, vrijheid.”